Eindelijk: Le Chemin de St. Jacques
Ik begrijp niet hoe iemand in één keer door kan lopen naar
Compostela. De laatste weken voor Le Puy had ik het gevoel dat mijn conditie
achteruit ging, maar niet mijn motivatie. Mijn hoofd liep om van alle
ervaringen die de eerste 1100 kilometer hadden opgeleverd. Na 9 dagen
rust voel ik me een stuk beter. Ik kan er weer fris tegenaan en het lijkt
wel of mijn voeten vleugeltjes hebben gekregen nu ik aan de GR 65, Le
Chemin de St. Jacques, ben begonnen. Ik voel me ook psychisch sterk en
het alleen lopen bevalt me heel goed. Nu merk ik pas dat mijn conditie
wel beter is geworden; zelfs de pittige stijging op de tweede dag, 500
meter over 4 kilometer vanuit de kloof van de Allier, kreeg ik zonder
stoppen op mn gemak in 1 ½ uur voor mekaar. En nog wel met
een vrij zware rugzak want het was warm. De tijd dat ik bezig was om een
rugzak van A naar B te sjouwen en alleen maar dacht hoe ver nog
lijkt voorgoed voorbij. Nu loop ik te genieten van een prachtig landschap
en eindelijk mooi weer en kom andere pelgrims tegen. Dan trek je een paar
dagen samen op of je ziet elkaar s avonds weer in de gîte,
het goedkope pelgrims-onderkomen.
Tot Le Puy moesten we onze eigen weg zoeken en was het vaak moeilijk
en duur om onderdak en eten te vinden. Tot Compostela is de route nu gemarkeerd
en men is op pelgrims ingesteld. Geen stomverbaasde gezichten meer als
je als ruim vijftigjarige vrouw geheel verregend met je rugzak, je modderige
regenbroek en dito schoenen een dorpscafé binnenkomt. Geen neerbuigende
winkeliersters meer als je alleen maar een ons kaas, een appel, één
Mars en een half brood kocht. Bij de meest chagrijnige winkelierster van
Frankrijk (in Grury vlak onder de Morvan, tegenover het goede, vriendelijke
en goedkope Hotel Du Centre) werden 2 bakjes yoghurt ons zelfs verontwaardigd
uit de hand gegrist, we konden er alleen 4 tegelijk kopen.
Die verbazing in zon cafeetje was wel leuk. Meestal hingen er alleen
mannen aan de bar en die deden dan beleefd of er niets bijzonders aan
de hand was. Zo ongeveer na een kwartiertje kwamen de vragen los en konden
we ons nader verklaren. Wat bent u moedig zeiden ze dan en dat
vind ik eigenlijk zelf ook wel. Bij ons vertrek werd ons bon chemin
et bon courage toegewenst, hetgeen we hard nodig hadden. Want buiten
gingen meestal de elementen flink tekeer.
Snurkende kerels
Hier langs de officiële pelgrimsroute zijn overal goedkope slaapplaatsen,
maar ik had als overtuigd alleenganger reeds voor mijn vertrek gruwelijke
visioenen van volle slaapzalen, pelgrims die al om 4 uur het licht aandoen
en met plastic zakjes gaan ritselen en snurkende kerels. En van een toilet
waarvoor ik 3 keer per nacht in mijn t-shirtje uit het bovenste bed moet
klimmen en vervolgens twee trappen af en in de regen een binnenplaats
oversteken. s-Middags even rusten is er dan natuurlijk helemaal
niet meer bij, maar wel ruzie over raam open of raam dicht! In de praktijk
heb ik vaak een kamertje of dames-slaapzaaltje voor mezelf alleen, want
pas in mei komt de grote stroom pelgrims op gang. Toch reserveer ik steeds
een paar dagen vooruit, want soms heeft men maar 6 tot 8 slaapplaatsen.
De hiervoor genoemde ontberingen kunnen wachten tot de refugios
in Spanje.
Wolven, bossen, bergen en bloemen |
|
Op de GR 65 ben ik tot nu toe weinig asfalt
tegengekomen, wel veel modder maar het is te doen. De bermen van asfaltweggetjes
zijn al platgelopen door voorgaande pelgrims, dus ook makkelijk te
belopen. Het landschap is de moeite waard; eerst de gorges van
de Dolaison en de Allier en laat ik nu gek zijn op zulke steile kloven!
Als ik er maar niet te dicht langs hoef te lopen; een veilige afstand
van enkele meters heb ik liever. Daarna kwamen bossen en beekjes rond
Saugues en alweer veel sobere Romaanse kerkjes van rond de duizend
jaar oud. Vlak voor Saugues sta je op de rand van een prachtig dal
en zie je het dorpje beneden je liggen. Rechts van de route staat
een enorm houten beeld van het Bête du Gévaudan de
vallei in te |
|
kijken .Dit legendarische monster zou vlak voor de
revolutie (tussen 1764 en 1767) zeker 100 mensen hebben gedood.Waarschijnlijk
was het een enorm grote en slimme wolf, waar jarenlang jacht op werd
gemaakt. Gelukkig is vlakbij ook een wit beeld van de Heilige Maagd.
Iets verderop is een natuurreservaat waar wolven in het wild leven,
een project van de bekende dierenbeschermster Brigitte Bardot. Waar
heb ik die naam toch eerder gehoord? Vervolgens gaat de route over
het kale, verlaten plateau van Aubrac (zie verderop een dag uit
het leven) en daarna volgen van Aubrac tot Conques veel bossen,
groene bergen, diepe dalen, watervallen en schitterende vergezichten.
Op de achtergrond zie je de besneeuwde toppen van de Monts du Cantal.
De vogels zingen, de bomen krijgen eindelijk tere groene bladeren
en de bermen en weiden staan vol orchideeën, narcissen en andere
wilde bloemen. Het weer is wisselvallig maar regelmatig heb ik mijn
zonnehoedje nodig. Tot nu toe vind ik de route van Le Puy tot Conques
het hoogtepunt van de tocht. |
De ezelin Pelaya
De grootste openbaring waren de ontmoetingen met andere pelgrims. Zo zat
ik eens te picknicken en opeens was daar Claude uit Parijs, een vrolijke,
grote, mollige blonde vrouw van 50. Jij bent Yvonne zei ze tot
mijn stomme verbazing en jou wil ik graag ontmoeten. Ze had een
interview met mij in lExpress gelezen, dat was gemaakt in het pelgrimscafé
van de Amis des Pélerins in Le Puy. Soms lopen we samen en het
is net zwaan-kleef-aan. Want op weg naar Estaing haalden we de ezelin
Pelaya en haar begeleidster Claude uit Aix-en-Provence in, die liepen
met Hanane (van Marokkaanse komaf) en haar vriend, beiden uit Parijs.
Hanane is 4 maanden zwanger en een zeer kordaat type. De vriend vond ik
een charmante emmerdeur (zeikerd) en we slaagden er zowaar in om
hem per ongeluk kwijt te raken. In Conques vonden we hem in de abdij van
Sainte Foy helaas weer terug. Daar heeft ook mijn vriendin Riet van den
Berge zich per trein bij ons gevoegd om 2 weken mee te lopen. Maandag
gaan we met zn allen weer verder, al zullen Riet en ik ons later
op de dag wel afscheiden. Ongetwijfeld komen we de anderen regelmatig
weer tegen. De meeste pelgrims praten graag over hun gevoelens: waarom
deze reis, hoe voel ik me, wil ik iets in mezelf veranderen, met welke
problemen worstel ik, wel of niet geloven, het verenigde Europa, hoe zal
ik me voelen na deze reis enzovoort. Iedereen heeft veel belangstelling
voor de anderen en zo liep ik tot Conques alleen maar voelde me helemaal
niet meer eenzaam! Ik eet nog steeds lekker (zie recept Truffade), drink
een glaasje wijn en het lopen gaat goed. Maar het is niet alle dagen feest,
zoals uit de volgende alineas moge blijken.
Een dag uit het leven |
26 april 1999 |
 |
Ik was al gewaarschuwd: op het plateau
van Aumont-Aubrac (tot 1300 meter) kan het vreselijk koud zijn. Het
is er kaal (boomloos) en verlaten en in april heb je veel kans op
sneeuw en zeer dichte witte mist; dan zijn de markeringen van de GR
65, het vertrouwde rood/wit, niet te zien op de lage rotsen. Van een
meneer uit Le Puy, die 10 jaar geleden te paard naar Santiago ging,
kreeg ik kopieën van kaarten 1 : 25.000 mee, je weet maar nooit.
In de regen vertrok ik in mn eentje uit de zeer afgelegen Ferme
(boerderij) des Gentianes, alwaar heerlijk geslapen en de zelfgemaakte
kaas van de bazin geproefd, evenals de Truffade, aardappels met kaas
en spek. Dit streek gerecht van Langedoc-Roussillon had ze speciaal
voor Claude en mij, haar enige gasten, |
gemaakt. Knus keuvelend en wijn drinkend
hadden wij die avond warm binnen gezeten, terwijl de wind om het huis
gierde. Het was luxueus slapen, allebei een eigen kamer. En dat alles
voor fl. 50 all in! De volgende morgen had ik helemaal geen zin om
de regen en de kou in te gaan, maar je bent pelgrim of je bent het
niet. Regenkleding aan, rugzak op en als je eenmaal loopt dan valt
het best mee want je wordt warm van het bewegen. 350 Meter stijgen
en vaak op en neer dat helpt ook wel. De omgeving deed me aan Ierland
denken, een verlaten, groen golvend landschap, weinig bomen, lange
stenen muurtjes en grote alleenstaande rotsblokken. Ik vond het wel
spannend, zo in mijn eentje door dat onherbergzame landschap te lopen.
Dit begon een beetje te lijken op het avontuurlijke gevoel dat ik
vroeger had als ik voor de Stichting Dinosaurus nieuwe wandeltochten
in een onbekend gebied ging voorbereiden, zonder enige beschrijving
of rood/witte streepjes dus. En meestal ook zonder behoorlijke kaart.
Claude was al een half uurtje eerder vertrokken. Tot mijn verbazing
hoorde ik leeuweriken zingen en de krokussen kwamen al uit. Op de
koudste plekken lagen nog sneeuwveldjes en helemaal boven op het kale
plateau zag ik de markeringen van skipistes. De GR 65 was slecht gemarkeerd
maar ik kwam er wel uit, gewoon alsmaar omhoog en op het kompas letten.
Na ruim 2 uur was er in het gehuchtje Montgros (1230 m) een Auberge,
La maison de Rosalie. Daar kon ik als enige gast weer droog en warm
worden en met mijn voeten op een stoel koffie met huisgebakken notentaart
gebruiken. Heel gezellig maar wel 35 Fr (fl. 12). Maar ja wat doe
je midden in de Aubrac-winter, als de volgende menselijke bewoning
enkele uren gaans is. Verder maar weer, via Nasbinals en daarna nog
minstens 2 ½ uur de hele wereld voor jezelf hebben tot Aubrac.
Dacht ik. Na een uur haalde ik Claude (uit Parijs) in, die voor mij
in haar groene cape liep te fladderen. Dat was maar goed ook. Het
regende hard, het pad was verdwenen en er stak een storm op, recht
in ons gezicht. We spraken elkaar moed in en samen vonden we de weg.
Er kwam geen eind aan, bar en boos, alsmaar blubber en maar hozen.
Vlak voor Aubrac zagen we eindelijk een enorm grijs modern gebouw,
ooit sanatorium maar nu educatief jeugdcentrum met ook bedden en eten
voor pelgrims. Hier had de bazin van Les Gentianes voor ons gereserveerd
en eenmaal binnen bleek het een prima adres. Je kreeg een eigen éénpersoonskamer
met douche en toilet en een serre waar de wind langs floot. Het was
er koud, want de verwarming was kapot dus nam ik een hete douche en
dook mijn donzen slaapzak in. Alleen mn neus stak eruit en die
werd berekoud. Gelukkig kwam de verwarming na een uur of twee weer
op gang. Claude at zuinig haar restjes op maar ik schranste in een
grote eetzaal met 150 kwekkende kinderen, aan de tafel van zeer zwijgzame
jeugdleiders. Halfpension met wijn kostte mij ongeveer 40 gulden!
De volgende dag scheen de zon. |
Recept Truffade
Ooit een arme-mensen-maal maar nu een beroemd streekgerecht.
Kook 1 kg (harde) aardappelen bijna gaar. Snijd in plakjes.
Bak die in heet spekvet en maak er tijdens het bakken met een vork brokjes
van.
Zachter nabakken, totdat ze een lichtbruin korstje krijgen. Voeg tijdens
het nabakken uitgeperste knoflook, peper en zout toe.
Tenslotte 400 gr. Verse TOMME kaas uit de Cantal toevoegen en die laten
smelten (de massa zeer voorzichtig omscheppen).
Tomme is goed te vervangen door jong belegen Goudse, in kleine brokjes
of zeer grof geraspt. Spekvet kan (voor vegetariërs) vervangen worden
door boter of een cholesterol-arm bak- en braadproduct.
ERBIJ rauwkost (wij kregen er pittige gebakken worstjes bij).
Aanbevolen historisch boek
BLANC CHEMIN van de Franse schrijfster Viviane Moore. Het is een
soort detective-roman die speelt in de 12e eeuw tijdens een pelgrimstocht
die met Pasen in Le Puy begon. Veel goede historische informatie, vooral
over het dagelijks leven van de pelgrims, hun motivatie, de sfeer, de
omstandigheden en het landschap. Dit alles is verpakt in een goed geschreven
verhaal dat hopelijk snel in het Nederlands wordt vertaald. ISBN 2-7024-9598-2,
uitgekomen in 1999 naar ik meen, want ik heb het boek na lezing weggegeven.
(inhoud)
|